Met Kerst net achter de rug en Nieuwjaar voor de deur, zie je ze weer overal opduiken: foto's van allerhande feestjes en fuiven. Stuk voor stuk leuke herinneringen, maar jammer genoeg niet altijd voorbeeldjes van hoogstaande fotografie... Met dit artikel wil ik echter enkele algemene tips geven om toch het beste te maken van je feestfoto's en deze keer foto's te maken die ECHT zullen bijblijven!
Hoewel de sfeervolle verlichting op een feestje voor onze ogen vaak meer dan genoeg is om goed te kunnen zien, heeft de sensor van een camera nu eenmaal veel meer licht nodig om een duidelijk beeld te registreren. Gebrek aan licht is dan ook wat de meeste party-pictures herleid tot een soep van groene, blauwe en/of rode pixels, wat we "kleurruis" (er zijn nog andere soorten ruis) of kortweg "ruis" noemen. Deze ruis legt als het ware een waas over de foto waardoor veel details verloren gaan, de foto "wollig" gaat lijken, kleuren lelijk worden,... Kortom: ruis vermijden is de hoofdzaak. Hiervoor zullen we moeten zorgen al het aanwezige licht zo veel mogelijk te benutten voor het maken van de foto. Laten we even kijken hoe de basisinstellingen van ons fototoestel ons hierbij kunnen helpen.
Hoewel de sfeervolle verlichting op een feestje voor onze ogen vaak meer dan genoeg is om goed te kunnen zien, heeft de sensor van een camera nu eenmaal veel meer licht nodig om een duidelijk beeld te registreren. Gebrek aan licht is dan ook wat de meeste party-pictures herleid tot een soep van groene, blauwe en/of rode pixels, wat we "kleurruis" (er zijn nog andere soorten ruis) of kortweg "ruis" noemen. Deze ruis legt als het ware een waas over de foto waardoor veel details verloren gaan, de foto "wollig" gaat lijken, kleuren lelijk worden,... Kortom: ruis vermijden is de hoofdzaak. Hiervoor zullen we moeten zorgen al het aanwezige licht zo veel mogelijk te benutten voor het maken van de foto. Laten we even kijken hoe de basisinstellingen van ons fototoestel ons hierbij kunnen helpen.
ISO-waarde
De ingestelde ISO-waarde bepaalt als het ware hoe lichtgevoelig de sensor in het toestel is. Hoe hoger de waarde, hoe lichtgevoeliger de sensor zich zal gedragen (heel kort uitgelegd). De waarden die we kunnen instellen zijn gebaseerd op een vaste reeks getallen die er ongeveer uitziet als volgt (van weinig gevoelig tot hooggevoelig geordend): 100, 200, 400, 800, 1600, 3200,... Bij sommige toestellen kan de reeks nog lager beginnen en hoger doorlopen, en vaak zijn er nog tussenliggende waarden, maar de opgegeven getallen zijn als het ware de "basiswaarden" of "hele stops". Zoals gezegd willen we op onze feestjes zo veel mogelijk het aanwezige licht benutten. Simpel, de ISO-waarde gaat dus naar het maximum dat we kunnen instellen, niet? Neen, niet helemaal. Jammer genoeg is het namelijk zo dat bij de hogere waarden die we instellen, ook de hoeveelheid ruis in de foto zal toenemen. Kies je resoluut voor de hoogst mogelijke waarde, dan zal in veel gevallen je foto onbruikbaar worden door een te hoge beeldruis. Welke waarde nog bruikbaar is, is afhankelijk van toestel tot toestel en wordt (kort uitgelegd) bepaald door de verhouding van het aantal megapixels tot het formaat van de sensor. Net daarom is een reflexcamera met 6 megapixels zoveel beter dan bijvoorbeeld een GSM-camera met 6 megapixels: de sensor in die laatste is veel kleiner in oppervlakte en zal dus veel meer ruis produceren. Je zal dus wat moeten experimenteren om uit te vissen bij welke ISO-waarde jouw camera nog aanvaardbare beelden produceert, maar de moderne camera's produceren aanvaardbare foto's tot ongeveer 800 ISO. Goeie camera's gaan daar probleemloos boven, maar iets oudere modellen krijgen het moeilijk bij hogere waarden. Proberen is dus de boodschap!
Sluitertijd
Eenvoudig gesteld is de sluitertijd de tijd gedurende dewelke je foto wordt gemaakt. De sluitertijd wordt meestal uitgedrukt in breukvorm. Een sluitertijd van bijvoorbeeld 1/500e wil zeggen dat de sluiter van de camera openstaat gedurende 1/500e van een seconde. Logischerwijs is het dus zo dat hoe langer de sluitertijd, hoe meer licht er zal "gevangen" worden bij het maken van de foto. Op ons feestje zullen we dus ook weer werken met zo lang moglijke sluitertijden. Helaas is er ook hier weer een addertje onder het gras. Probeer bijvoorbeeld maar eens een foto te maken met een sluitertijd van pakweg 1/2e seconde. Je zal onmiddellijk merken dat "beweging" roet in het eten strooit. Om te beginnen zal jij als fotograaf er niet meer in slagen om bij langere sluitertijden je hand perfect stil te houden, met bewegingsonscherpte als gevolg. Daarnaast zal ook je onderwerp (bijvoorbeeld je dansende vrienden) niet stilstaan gedurende de hele sluitertijd. Je voelt het alweer komen: je zal wat moeten experimenteren bij welke sluitertijden je nog een aanvaardbaar scherpe foto kan maken. In het algemeen wordt er als richtlijn genomen dat 1/60e de maximale sluitertijd is waarbij je nog uit de losse hand kan fotograferen. Mits veel ervaring en een goeie techniek, kan je hier nog wat bovengaan. Voor mezelf weet ik dat ik nog scherpe foto's kan maken bij 1/30e, ga ik nog tragere tijden gebruiken, dan wordt het "hit and miss" en is een statief aangewezen indien mogelijk. Let ook op dat de maximaal bruikbare sluitertijd samenhangt met de lens die je gebruikt: een telelens is moeilijker stil te houden dan een groothoeklens, en vergt dus kortere sluitertijden!
Diafragma
De diafragma-waarde of "f-stop" is de laatste van de basisinstellingen waarmee je bepaalt hoeveel licht er op de sensor valt bij het maken van een foto. De reeks van mogelijke waarden is in dit geval iets minder logisch: hoe kleiner de waarde, hoe groter de lensopening wordt, dus hoe kleiner de waarde, hoe meer licht er op de sensor zal vallen. Ook deze reeks waarden bestaat uit vaste getallen als basiswaarden: 1 - 1.4 - 2 - 2.8 - 4 - 5.6 - 8 - 11 - 16 - 22 - .... Ook hier weer zal je vaak tussenliggende waarden vinden. Op het feestje wil je deze waarde zo klein mogelijk houden, dus zo veel mogelijk licht toelaten op de sensor. En jawel hoor: ook hier weer zijn er beperkingen! Jammer genoeg is de kleinste waarde die je kan instellen om te beginnen afhankelijk van de lens of het "objectief" op je fototoestel. Een dure, professionele zoomlens heeft een maximale lensopening van f2.8. Goedkopere "budgetlenzen" hebben maximale lensopeningen die variëren van pakweg f3.5 tot zelfs f5.6, afhankelijk van het zoombereik. Kortom, bij het kiezen van de maximale lensopening loop je al snel tegen de beperkingen van het materiaal dat je gebruikt. Daarbij komt nog dat er bijkomende nadelen zijn als je de maximale opening van je objectief gebruikt: bij deze opening is je objectief vaak niet op zijn "optische best", of anders gezegd: de maximale lensopening zorgt vaak voor minder scherpe foto's. Los daarvan zal ook de scherptediepte vaak niet meer voldoende zijn. Concreet betekent dit het volgende. Stel je voor dat je een maximale opening kan kiezen van f2.8 en je wil een groepsfoto maken. Je stelt scherp op de eerste rij mensen. Achteraf zal je zien dat bijvoorbeeld de tweede rij mensen niet meer scherp is. Dit komt omdat de scherptediepte bij de maximale lensopening niet meer groot genoeg is. Enkel onderwerpen op dezelfde afstand van je lens zullen scherp afgebeeld worden. Hoe kleiner de lensopening die je kiest, zoveel te meer zal je kunnen afwijken van die afstand en toch nog dingen aanvaardbaar scherp weergeven op de foto. Ook hier weer zal je dus moeten experimenteren en nagaan welke lensopeningen werkbaar zijn in de gegeven situatie. Persoonlijk beschouw ik f4 als de maximaal bruikbare lensopening in veel gevallen. Nog grotere openingen leiden al gauw tot te weinig scherptediepte voor gewone "snapshots" (hoewel dit verre van een algemene regel is, uitzonderingen zijn er altijd).
Uit al het bovenstaande blijkt dat er heel wat gewikt en gewogen zal moeten worden om tot "de juiste instellingen" te komen voor het maken van een aanvaardbare foto in moeilijke (lees: donkere) omstandigheden. Alsof dit alles nog niet moeilijk genoeg was, komt er nog een heel lastige factor bij: flitslicht. Op de meeste feestjes zal je namelijk merken dat er niet voldoende licht aanwezig is om zonder flits te werken, zelfs al heb je je basisinstellingen zo goed mogelijk ingesteld naar de omstandigheden. Dit flitslicht heeft jammer genoeg twee heel slechte eigenschappen in de meeste gevallen: het is veel te hard en het komt vrijwel altijd uit de verkeerde richting. Met "hard" bedoel ik: het werpt lelijke, storende en harde schaduwen. "De verkeerde richting" betekent: het komt vrijwel altijd vanop de camera, waardoor alle structuur en vorm in je onderwerp verloren gaat in een plat, lelijk en niet-flaterend licht. Als kers op de taart is de kracht van de meeste flitsers heel beperkt, waardoor enkel de voorgrond belicht wordt en de achtergrond afgebeeld wordt als een groot zwart gat waarin alle sfeer verloren gaat. Niet wat we willen dus.
Als je echter de basisinstellingen (ISO, sluitertijd en diafragma) goed gekozen hebt, dan zorg je ervoor dat je het maximum aan aanwezig licht benut (en dus het maximum aan sfeer behoudt). Hierdoor zal je flitser niet meer de hoofdlichtbron zijn (zoals in veel slechte party-pictures), maar het flitslicht zal eerder dienen als aanvulling, of invulling, van het beschikbare licht. Hoewel flitslicht vaak bekeken wordt als een "noodzakelijk kwaad", ben ik ervan overtuigd dat het gebruik van een flitser je creatieve mogelijkheden biedt, vooral op feestjes!
In combinate met trage sluitertijden kan je met de flitser bijvoorbeeld superdynamische foto's maken die vooral heel leuk zijn op feestjes. Op de meeste flitsers en/of camera's zal je kunnen kiezen voor een instelling "rear curtain", of "achterste gordijn" of "tweede gordijn". Zonder in al te veel detail te treden, komt het erop neer dat je bewegende onderwerpen kan "bevriezen" door middel van je flitser. Waar we hoger zagen dat bij trage sluitertijden je onderwerp "bewogen" zal weergegeven worden, zal de flitser ervoor zorgen dat je onderwerp toch nog scherp wordt afgebeeld. De combinatie van een onscherpe waas en een scherpe afbeelding zorgen voor een uitermate dynamische foto die perfect de sfeer van een leuk feestje weergeeft.
Met de betere (en jammer genoeg ook duurdere) "reportageflitsers" die je gebruikt op een reflexcamera, heb je vaak de mogelijkheid om de flits te draaien of omhoog te richten. Hierdoor hoef je niet langer flitslicht rechtstreeks naar je onderwerp te sturen, maar kan je licht doen weerkaatsen via een witte muur of plafond. Hierdoor wordt je onderwerp niet langer verlicht door de kleine flitser, maar de lichtbron wordt letterlijk zo groot als een muur (of plafond). Doordat de lichtbron plots veel groter is geworden, wordt het licht veel zachter: schaduwen worden minder duidelijk en dus minder storend, en in het algemeen wordt je onderwerp veel flaterender afgebeeld. Ook deze techniek gaat perfect samen met de hoger beschreven en goed gekozen basisinstellingen.
Kortom, met een creatief gebruik van flitslicht gaat er een wereld van mogelijkheden voor je open. Laat je dus niet ontmoedigen door in eerste instantie tegenvallende resultaten: er zijn in deze periode feestjes en dus mogelijkheden genoeg om je kunnen te verbeteren. Daarenboven: de digitale fotografie is het medium bij uitstek om te oefenen. Een foto meer of minder, het maakt niet uit en je ziet onmiddellijk het resultaat. Geen enkel excuus meer dus om niet te beginnen oefenen! Ik ben alvast benieuwd of jullie enkele tips hebben kunnen gebruiken voor het maken van leuke foto's...
Veel succes en tot binnenkort,
Roeland